De subafdeling Fleet
De subafdeling Fleet beheert drie loodsboten in Paramaribo en één in Nieuw – Nickerie, één hydrografisch vaartuig “de Pasisi” en het Multi-purpose vaartuig “Marwina”. De laatstgenoemde vaartuigen voeren ook opdrachten uit voor derden zoals hydrografische metingen en het aanleggen van vaarwegmarkeringen.
De taken die horen bij vaarwegmarkering:
Het markeren van de Surinaamse vaargeulen;
Het onderhouden van de vaarwegmarkeringen;
Het operationeel gebruik van de benodigde vaartuigen.
Het markeren van de bestaande vaargeulen voor in het bijzonder de groothandelvaart die
de havens van Suriname bezoeken . De objecten worden zowel overdag als s’nachts gebruikt. Het markeren moet nauwkeurig gebeuren, omdat verkeerd plaatsen van de objecten kan leiden tot het vastlopen van schepen doordat deze uit de geul raken.
Het onderhouden van de vaarwegmarkeringen is noodzakelijk omdat de vaarweg markeringsmiddelen worden aangetast. De afdeling beschikt momenteel slechts over een vaartuig genaamd de Marwina. Het is een multipurpose vaartuig dat wordt ingezet voor de vaarwegmarkering werkzaamheden maar het wordt ook door de afdeling Hydrografie gebruikt voor de jaarlijkse opmetingen. Deze metingen zijn van belang om te weten of er geen veranderingen optreden, en dat de dieptecijfers die door de MAS verstrekt worden betrouwbaar zijn.
BuoyLayingVessel/Hydrographicvessel
Algemeen plan
Markering Suriname
In de monding van de Surinamerivier werd er al in het jaar 1857 bij Braamspunt (toen Praamspunt of Brandspunt genaamd) als herkenningsmiddel voor schepen die de Surinamerivier wilden aandoen het eerste lichtschip uitgelegd. Zo een lichtschip lag dag en nacht ten anker en had een bemanning die er voor moest zorgen dat het licht s’nachts brandde. Welke markeringen er toen gebruik werden, is niet bekend. Maar het zal wel net als in Nederland toen met houten tonnen hebben plaatsgevonden. Tegenwoordig is het, vooral door de bauxietindustrie en de toename van het aantal schepen en hun afmetingen, belangrijk dat grotere schepen onze haven moeten kunnen aandoen. Zeeschepen kunnen alleen door gebruik te maken van de vaargeul de haven aandoen. De vaargeul wordt in kaart gebracht door de afdeling Hydrografie die via dieptemetingen een hydrografische kaart produceert. Daar de geul niet met het blote oog waargenomen kan worden, maakt men gebruik van markeringen die dan duidelijk het vaarwater aangegeven. De afdeling Vaarwegmarkering plaatst deze markeringen en maakt hierbij gebruik van de internationale geldende regels van het IALA systeem. De vaargeul is slechts enkele tientallen meters breed. Zonder de markeringen zouden de schepen uit de geul raken en aan de grond lopen (vast raken op ondiepten) met alle gevolgen van dien, zoals het dwarsliggen in de geul waardoor de scheepvaartactiviteiten worden vertraagd. Overdag is de betonning te herkennen aan de kleur, de vorm van het object. het topteken en aan het nummer. ’s Nachts is de betonning te herkennen aan de kleur en het karakter van het licht.
Betonningsstelsel
De betonningsstelsels waarvan men tegenwoordig gebruik maakt in de scheepvaart zijn:
1. Het IALA-A systeem dat geldt buitengaats rond geheel Europa, Afrika, Azië en Australie.
2. Het IALA-B systeem dat geldt buitengaats rond Noord- en Zuid Amerika.
3. Het SIGNI-betonningssysteem geldt op de Europese binnenwateren.
Het IALA-B systeem is in Suriname van kracht en wordt toegepast op de Atlantische oceaan en op de Suriname, de Nickerie- en en de Commewijnerivier.
Het IALA (International Association of lighthouse Authorities) markeingssysteem is een uniform stelsel van markeringsmiddelen waarbij de kleur, vorm, topteken en licht heel belangrijk zijn. Het IALA stelsel is goedgekeurd en ondertekend door alle IALA lidstaten. Door de aarde te verdelen in een Regio A en Regio B (zie bijlage 1) is men gekomen tot een IALA-A systeem (rood aan bakboord), welke wordt toegepast in Regio A: Europa, Azië, Afrika en Australië. En een IALA-B systeem (rood aan stuurboord), welke wordt toegepast in Regio B: Noord Amerika, Zuid Amerika en Japan.
Het IALA markeringssysteem wordt onderverdeeld in:
1. Laterale betonning
2. Cardinale betonning
3. Afzonderlijk gevaar
4. Veilig vaarwater
5. Bijzondere betonning
Laterale markering:
De laterale markering geeft de zijdelingse begrenzing van de vaargeul aan en tevens de gevaren in of nabij de boeien lijn. Suriname valt onder Regio B waardoor een schip dat de Surinamerivier wilt binnenvaren de groene boeien links (bakboord) en de rode boeien rechts(stuurboord) van zich moet houden. Bij het verlaten van de rivier vindt dit juist omgekeerd plaats. Wanneer een vaarwater zich splitst kan, varend in de betonningsrichting, als volgt een aanbevolen route worden aangegeven door een aangepaste bakboord- of stuurboordmarkering.
Figuur 1: laterale betonning in regio B
Figuur 2: laterale betonning in regio B bij een splitsing
Bron: Maritime Buoyage System
Cardinale markering:
De cardinale markering geeft het hart van het gevaar aan (bijvoorbeeld een ondiepte of een wrak), gerelateerd aan kompasstreken. Een west boei moet aan de westkant gepasseerd worden omdat het gevaar zich aan de oostkant van de boei bevindt. In onderstaande figuur wordt de vorm, kleur, toptekens en lichtkarakters die gebruikt worden voor de cardinale markering weergeven.
Markering ter aanduiding van een afzonderlijk gevaar.
Figuur 3: Cardinale markering
Bron: Maritime Buoyage System
Een markering ter aanduiding van een afzonderlijk gevaar is een markering die is geplaatst op of gelegd boven een afzonderlijk gevaar en waaromheen zich bevaarbaar water bevindt.
Kleur : Zwart met één of meer rode banden
Topteken: 2 boven elkaar geplaatste zwarte bollen
vorm : Naar keuze; spar of pilaar
licht : Kleur wit en karakter Fl.(2)
Figuur 4: Markering ter aanduiding van een afzonderlijk gevaar
Bron: Maritime Buoyage System
Een markering ter aanduiding van een veilig vaarwater geeft aan dat zich rondom de markering bevaarbaar water bevindt. Hieronder zijn begrepen de markeringen die het midden of het diepste deel van een vaarwater aanduiden. Een verkenningston (uiterton) is een voorbeeld van veilig watermarkering. De L.S.- en V-COR/Nick boei zijn markeringen ter aanduiding van een veilig vaarwater.
Kleur : Rood – wit vertikaal gestreept
Topteken: Rode bol
vorm : Bol; pilaar of spar
licht : Kleur wit en karakter: zie kaart
Figuur 5: Markering ter aanduiding van veilig vaarwater
Bron: Maritime Buoyage System
Markeringen die bestemd zijn voor de aanduiding van een bepaald gebied of zaak (o.a. stortplaatsen, militaire oefengebieden, kabels, pijpleidingen, meetapparatuur, verkeers-scheidingsstelsel, recreatiegebieden) woden vermeld in de gebruikelijke nautische publicaties.
Kleur : Geel
Topteken: Geel liggend kruis
vorm : Naar keuze, stomp, spits, bol, pilaar of spar
licht : Kleur geel en karakter naar keuze
Figuur 6: Markeringen met bijzondere betekenis
Bron: Maritime Buoyage System
Vaarwegmarkeringsobjecten
De markeringsobjecten kunnen verdeeld worden in:
1. Drijvende markeringen
2. Vaste markeringen
Drijvende markeringen
Dit zijn markeringen die door middel van een anker en een ketting in positie worden gehouden.
Vaste betonning
Tot de vaste betonning wordt gerekend palen of bakens die niet drijven maar in de grond worden geheid.