Getij waarden 12 mei
September 7, 2018Getij waarden 15 maart
October 3, 2018De Maritieme Autoriteit Suriname (MAS) gaat voort met de ontwikkeling van de Surinaamse scheepvaart. Vanaf 1 september gebruikt zij de Automatic Identification System (AIS) waarmee zij nauwgezet het scheepvaartverkeer, vanaf de monding van de Surinamerivier tot de havens, continu volgt. Het nieuwe systeem geeft digitale weergaven van de posities die de schepen innemen. Nationaal leidt deze ontwikkeling tot optimalisering van de controle en de dienstverlening en efficiëntere beloodsing van schepen, waarbij vertragingen tot het verleden zullen behoren.
Het systeem is internationaal door de Internationale Maritieme Organisatie ingesteld. De AIS is echter geen vervanging van de Radar, maar meer een aanvulling. De Radar is een primair navigatiesysteem, dat alles om zich heen waarneemt en dat niet afhankelijk is van voorzieningen op een ander schip. Met de AIS kan men echter wel om de hoek kijken en men heeft geen last van bruggen of hoge gebouwen. Het nadeel van de AIS is dat het niet verplicht is voor alle schepen en dat de transponder aangeschakeld moet zijn om digitaal herkenbaar te zijn. De reikwijdte van het te beheersen gebied is 20 – 30 zeemijl. Afhankelijk van de grootte van het gebied, moeten er masten geplaatst worden met de nodige apparatuur om het gewenste gebied in kaart te brengen. De MAS werkt nu naar uitbreiding van het systeem, zodat ook andere delen van het land onder controle komen. Vooralsnog vallen de Suriname- en de Commewijnerivier binnen het bereik van de 20 – 30 zeemijl.
De verplichting
De AIS verplichting geldt voor schepen boven de 300 Bruto Tonnage. Deze categorie schepen zijn verplicht om apparatuur van de Class A geïnstalleerd te hebben. De Class B apparatuur, die gebruikt wordt door kleinere vaartuigen, heeft een beperkte functionaliteit en minder zendvermogen. De AIS transponders op de schepen zenden automatisch signalen uit in verschillende snelheden. De snelheden nemen toe indien het schip zich ook sneller verplaatst. Signalen worden om de 2 seconden uitgezonden wanneer het schip een snelheid heeft tussen de 14 – 23 knopen (zeemijlen per uur). Schepen die voor anker zijn en niet sneller bewegen dan 3 knopen hebben een frequentie van om de 3 minuten. Deze informatie betreft de positie, snelheid en op de reis betrekking hebbende scheepsgegevens. Andere informatie ter identificatie van het schip kunnen ook afgelezen worden. Dit wordt al bij de installatie van de apparatuur aan boord van het schip ingevoerd.-.